Al Qaeda start internet-journaal
Nu de tijd van grote al-Qaeda recruteringskampen in Afghanistan en Pakistan dankzij Amerikaanse acties voorbij is, zoekt de terreurbeweging naarstig naar nieuwe manieren om strijders te werven. Sinds deze week heeft de groep haar eigen journaal op internet.
Al-Qaeda heeft duidelijk goed gekeken naar buitenlandse nieuwsuitzendingen. Van achter een bureau presenteert een man het nieuws in het Arabisch. Inclusief achtergrondplaatjes en videobeelden tussendoor. Verder is de journaaluitzending van het Global Islamic Media Front (GIMF) nog een amateuristisch geheel. Er staat op het bureau een geweer op de kijker gericht, de presentator zit onherkenbaar verstopt achter talloze hoofddoeken en de onderwerpen worden uiteraard zeer gekleurd gebracht.
Zo feliciteert de presentator de Palestijnen met de herovering van de Gaza-strook en looft hij de moslimstrijdster orkaan Katrina voor het vernielen van homostad New Orleans. Het is weinig objectief, maar daar zitten radicale moslimstrijders waarschijnlijk ook niet op te wachten. Het GIMF maakt de wekelijkse nieuwsuitzendingen voor diegenen die graag bloed van Amerikaanse kruisvaarders zien vloeien. Eerder al plaatste het front 350 documenten op het internet, waaronder veel video's van gewonde en dode Amerikaanse soldaten in Irak.
Jihad een web-geleid fenomeen?
De wereldwijde jihad-beweging wordt door het internet gedragen. Dat is de mening die bij vele westerse inlichtingendiensten en terrorisme-experts de ronde doet. Sinds Al-Qaeda op het toneel is verschenen, heeft het internet volgens de experts een heel belangrijke rol gekregen in de terreur.
Al-Qaeda is de eerste geurrilla-beweging in de geschiedenis die van de werkelijke naar de virtuele wereld is verhuisd. "Met laptops en dvd's, in geheime schuilplaatsen en locale internetcafé's, repliceren jonge jihadisten de training-, communicatie-, planning- en propaganda-structuur die ze in Afganistan zijn verloren," aldus The Washington Post. "Het internet kent op dit ogenblik talloze van die locaties."
Zelfmoordenaars en guerrilla's in Irak gebruiken volgens de krant het internet voor training en taktische ondersteuning. "Bovendien steunen ze op de anonimiteit en de flexibiliteit van het internet om in cyberspace nagenoeg ongrijpbaar hun activiteiten te ontplooien," wordt er aangestipt. "Op die manier hebben cellen van Al-Qaeda in Qatar, Egypte en Europa bomaanslagen voorbereid."
Dat heeft westerse inlichtingendiensten en terrorisme-experts ertoe gebracht om te concluderen dat de wereldwijde jihad-beweging, een web-geleid fenomeen is geworden. "Gehinderd door de natuur van het internet, is het voor de overheid nagenoeg onmogelijk om die online aanwezigheid te blokkeren of zelfs maar te bemoeilijken," aldus de krant.
Al-Qaeda en zijn spin-offs ook hebben een massale en dynamische online bibliotheek opgebouwd met trainingsmateriaal. "Soms worden die bovendien ondersteund door experten die op message boards of chat rooms antwoord geven op vragen van kandidaat-terroristen," stelt The Washington Post nog.
FBI bestrijdt terreur zonder internet
Het is niet uitgesloten dat de terreinteams van het Amerikaanse Federal Bureau of Information (FBI) niet voldoende informatie krijgen over de dreiging van het terrorisme, vooral omdat ze niet over de basistechnologieën, zoals toegang tot het internet, kunnen beschikken. Dat blijkt uit een nieuw rapport van de Amerikaanse overheid.
Deze Field Intelligence Groups (FIG), de bouwstenen van het speurwerk van de FBI rond terrorisme, werden in december 2003 opgericht om te kunnen garanderen dat de juiste informatie wordt verzameld en geanaliseerd op het terrein en ter beschikking gesteld wordt van iedereen die deze gegevens nodig heeft.
Het rapport stelt echter dat de FBI-agenten in het veld geen bevelen aannemen van analisten, want in de FBI-hiërarchie voelen de gewapende agenten zich hoger geplaatst dan de analisten. "Analisten hebben geen macht om een samenwerking af te dwingen en moeten op de welwillendheid van de agenten op het terrein rekenen," aldus het rapport van de Congressional
Research Service (CRS). "Zonder meer invloed dreigen de FIG-leden steeds meer geïsoleerd te raken."
De studie wijst erop dat de analisten meestal op agenten moeten rekenen om ruwe gegevens voor hen te verzamelen. Maar het blijkt dat ze ook niet alle nodige instrumenten krijgen om hun functie te vervullen. "Zo blijken niet alle analisten aan hun
bureau internet-toegang te hebben," aldus het rapport.
Er is ook geen formele procedure om ervoor te zorgen dat de FBI-agenten achter ontbrekende informatie gaan wanneer daar door de analisten wordt op gewezen. "Ook wordt er voorrang gegeven aan dagelijkse informatie in plaats van aan strategische data," wordt er aan toegevoegd.
In 2003 kwam een onderzoek al tot de vaststelling dat de analisten veelal gebruikt werden als administratief personeel. "Ook nu wordt hen nog altijd opgelegd taken op te nemen die niet in hun opdracht vervat zitten," voert het rapport aan.
FIG-initiatiefneemster Maureen Baganski sprak echter over kinderziektes en vroeg om geduld. "Volgens haar gaat het de goede richting uit," schrijft The Baltimore Sun. Baganksi wees erop dat de nieuwe teams bij hun oprichting amper drie maand tijd kregen om operationeel te zijn, bovendien zonder extra investeringen.
Baganski gaf daarbij het voorbeeld van de internet-toegang. "Dat is heel belangrijk, maar dikwijls te duur," merkte ze op. "Dit heeft niets met beleid te maken, maar met beschikbare middelen. Dat betekent meteen ook dat analisten collega's van andere veiligheidsdiensten ook niet kunnen e-mailen. "Bij de CIA heeft men een messaging-systeem dat analisten
toelaat om queries naar analisten van andere diensten te sturen over bepaalde onderwerpen, zoals bijvoorbeeld het maken van bommen."
Draadloze netwerken blijven kwetsbaar
Foto: Luchthaven netwerken kwetsbaar voor terrorisme
Draadloze netwerken blijven bijzonder kwetsbaar. Dat blijkt nogmaals uit een controle op de Nederlandse luchthaven Schiphol. Daarbij kwam aan het licht dat relatief eenvoudig ingebroken kan worden in die netwerken, waarbij vitale gegevens gestolen, gemanipuleerd of vernietigid kunnen worden.
Het National High Tech Crime Centre (NHTCC) is in Nederland belast met de bestrijding van ernstige computercriminaliteit. De luchthaven Schiphol werd als eerste aan een scanning onderworpen. "Op diverse locaties werden onbeveiligde draadloze netwerken aangetroffen," meldt het Nederlands Dagblad. Via deze digitale lekken zou met speciale apparatuur relatief eenvoudig ingebroken kunnen worden.
Het NHTCC merkte daarbij op dat het hierbij handelt om een relatief beperkt aantal ernstige lekken en dat zeker niet moet verondersteld worden dat de computersystemen op Schiphol zo lek zijn als een zeef. "Maar elke lek is er één teveel," aldus het NHTCC. "Het gaat immers om vitale data, die niet in handen mogen komen van de georganiseerde misdaad of terroristen."
Tijdens een internationaal symposium over computercriminaliteit in Den Haag maakte het NHTCC duidelijk zich ook grote zorgen te maken over de beveiliging van andere vitale knooppunten. Er volgen dan ook wellicht nog andere controles. Daarbij wordt onder meer gedacht aan elektriciteitscentrales en de verkeersleiding van de spoorwegen.
"De risico's van dit soort veiligheidslekken moet niet worden onderschat," vertelde Tjebbe Joustra, in Nederland nationaal coördinator terrorismebestrijding, aan de krant. Hij stelde dat er ernstig moet rekening gehouden worden met een digitale terreuraanval op bijvoorbeeld een luchthaven of een waterleidingbedrijf.
Joustra had het daarbij over zogenaamde zombielegers die bij zo'n aanval kunnen worden ingezet. Dat zijn groepen van duizenden computers die met één druk op de knop een systeem of website aanvallen.
